Verloren en gevonden

‘Want de Zoon des mensen is gekomen om te zoeken en zalig te maken, wat verloren was.’
- Lucas 19:10
Met deze woorden onderbouwde Jezus waarom Hij bij Zachéüs op bezoek was. Blijkbaar was deze tollenaar een verloren schaap van God en had Jezus hem gevonden en weer thuis gebracht. Een vraag die je daar bij kunt stellen, is: had Christus Zachéüs actief gezocht? Op het eerste oog lijkt hun ontmoeting een toevallige, die bijna niet had plaatsgevonden vanwege de enorme toestroom van mensen op de plaats van de uiteindelijke ontmoeting. Als we wat dieper in de tekst duiken, zijn er aanwijzingen te vinden dat de ontmoeting niet aan het toeval was overgelaten.
Verlangen
In vers drie lezen we dat Zachéüs ‘zocht Jezus te zien’. Omdat dit door de mensenmassa niet lukte, snelde Zachéüs vooruit en klom hij in een boom. Als we ons inleven in dit deel van het verhaal kunnen we zien dat Zachéüs best wat moeite deed om Jezus te kunnen zien. Hij moest zich een wegbanen door de drukte, wat voor iemand van klein postuur een aardige uitdaging kan zijn, rende daarna een stuk vooruit en klom tot slot in een vijgenboom. Omdat ik het verhaal als kind vaak gehoord heb, vond ik hier nooit veel vreemds aan. Toch zie ik mijzelf, als ik eerlijk ben, niet zo snel in een boom klimmen voor een beter uitzicht. Bomenklimmen heb ik sinds mijn kindertijd niet meer gedaan.
Als we naar de Griekse tekst kijken, wordt ook bevestigd dat Zachéüs meer was dan een toevallige omstander. Het woord dat gebruikt wordt voor zoeken in vers 3 – zeteo - kan ook vertaald worden met ‘tot op de bodem uitzoeken’ of ‘verlangen naar’. Dit geeft aan dat Zachéüs niet even vluchtig kwam kijken naar wat er aan de hand was. Eerder zal hij net als zijn dorpsgenoten over Jezus wonderlijke genezingen en buitengewone onderricht hebben gehoord. Zijn verlangen om Jezus te zien, zou kunnen betekenen dat hij heel goed wist dat hij verlossing van zijn zondige leven nodig had.
Het verlangen naar een ontmoeting tussen beiden kwam echter niet alleen van de tollenaar af. In vers 5 lezen we dat Jezus tegen Zachéüs zegt ‘Haast u, en kom af’. ‘Haast u’. Verderop in het verhaal wordt verteld dat Jezus bij Zachéüs thuis verblijft. Hij lijkt Zijn tijd te nemen voor het bezoek en niets duidt erop dat Hij haast heeft. Zijn woorden ‘Haast u’ hebben dus niet te maken met een overvolle agenda, met gebrek aan tijd voor een ontmoeting met Zachéüs. Nee, uit deze woorden spreekt veel meer een soort ongeduld, het niet langer willen wachten tot Hij bij Zachéüs kan verblijven.
"want de Heere doorzoekt alle harten… indien gij Hem zoekt,
Hij zal door u gevonden worden" – 1 kron. 28:9
Jezus kende het hart van Zachéüs al ver vóór hun ontmoeting. De Bijbel vertelt ons immers dat God de harten van mensen onderzoekt. Ongeacht hoe zondig ons leven is, kijkt God in ons hart en ziet wat daar leeft. Hij ziet wanneer we klaar zijn om Hem te ontvangen. En wanneer dat zo is, wil Hij geen moment verliezen! Dan zegt Hij: ‘Ik moet heden in uw huis zijn.’
Zaligheid
Jezus had al naar Zachéüs gezocht vóórdat deze in de boom klom; Hij had zijn hart reeds onderzocht. En Hij had hem bereid gevonden om zijn zondige leven achter hem te laten. Zowel Jezus als Zachéüs hadden een diep verlangen ontwikkeld naar deze ontmoeting, zodat de relatie die door zonde was verbroken, kon worden hersteld. Hun ontmoeting was niet toevallig. Er was een proces van grondig onderzoek van beide kanten aan voorafgegaan. En dat uiteindelijk leidde tot zaligheid voor Zachéüs en zijn familie.