Verbonden in menselijkheid

image
Esther Brinckman
zondag 30 juli 2017

Mijn reisgenote en ik zitten op een bed in een kleine zolderkamer van een boerderij. Tegenover ons op het andere bed zitten Ahmad en zijn vader Abed. Onze cameraman en tolk zitten op twee stoelen tussen de bedden in voor het interview. De eigenaar van de boerderij heeft dit gedeelte van zijn land beschikbaar gesteld aan ADRA Greece response om er vluchtelingen op te vangen. Op zolder zijn doormiddel van geperste houten muren meerdere kamers gecreëerd. Beneden zijn een recreatie- en een onderwijsruimte gemaakt. De slaapkamer staat met twee bedden en een paar kleine kasten behoorlijk vol. Vanuit de ramen is een mooi uitzicht op het landgoed. De zon schijnt vrolijk en buiten is alles heerlijk groen. Het kamertje is opgefleurd met wat foto’s, kleine hebbedingetjes en tekeningen. Het geeft een gezellig rommelige sfeer.

Terwijl zijn vader het verhaal van hun familie vertelt, zie ik Ahmad in de verte staren. Ik vraag mij af waar hij aan denkt. Hoe vaak zullen de gruweldaden van de oorlog die ze zijn ontvlucht aan zijn gedachten voorbijtrekken? Ongetwijfeld zal hij zijn vrouw en kind missen die nog in Syrië verblijven en bezorgd zijn om hun veiligheid. Wanneer zal hij weer met hen herenigd zijn? Het aanstaande afscheid van zijn vader, die Ahmad’s moeder en broers naar Duitsland volgt, en de onzekerheid over waar hij zelf zich straks mag vestigen, zal niet gemakkelijk voor hem zijn. Omdat hij een volwassen man is met een eigen gezin, geldt voor hem de procedure van herplaatsing en niet hereniging zoals voor de rest van zijn familie. Dat kan betekenen dat hij straks helemaal alleen in een ander land komt te wonen. Wie zal dan voor afleiding en troost zorgen? Ik zou willen dat ik mijn armen om hem kon slaan en daarmee alle narigheid kon laten verdwijnen. Helaas werkt het leven zo niet en dus richt ik mijn aandacht op zijn vader die vertelt over het leven in Syrië vóór de oorlog.

Ze hadden een goed, eenvoudig leven en waren gelukkig. Ze hadden goede sociale relaties en warme contacten met familie. Naar school gaan of familie bezoeken kon zonder problemen. Ook toen de kinderen nog wat jonger waren, maakte Abed zich zelden zorgen over hen. 15 km alleen met de bus naar een oom en tante gaan, deden de jongens – toen van 8 en 10 – zonder angst. Zijn familie behoorde naar eigen zeggen tot de middenklasse. Ze hadden niet veel geld voor extra’s, maar konden in hun eigen onderhoud voorzien. Hij legt uit dat het leven in Griekenland een wereld van verschil is met het leven dat ze ooit in Syrië hadden. Hoewel ze voor zijn gevoel niets te kort kwamen, was het niet gebruikelijk dat ze iedere dag alles konden eten wat ze wilden. Kip bijvoorbeeld of veel verse groenten en fruit waren luxe producten. Het is Abed opgevallen dat in Griekenland mensen het heel normaal vinden om deze dingen dagelijks te eten. Maar dat was voor hen anders. Wanneer ze de gelegenheid hadden om dit soort producten te eten, dan was dat bijzonder en was de familie blij. Hetzelfde gold voor een vakantie of een uitje naar zee. Hij heeft het idee dat ze veel meer konden genieten van de ‘kleine dingen’ in het leven dan mensen hier.

Dat was voor de oorlog. De oorlog veranderde de stabiliteit van het leven voor 100%. Abed benadrukt dat wanneer hij met ons praat over wat hij en zijn familie hebben meegemaakt, hij in feite de ervaringen van 15 miljoen mensen met ons deelt. Vanaf het moment dat de oorlog in Syrië uitbrak voelde niemand zich meer veilig. Men durfde na zonsondergang niet meer te reizen. Iedereen was constant bezorgd over elkaars veiligheid. Na verloop van tijd was er geen elektriciteit en stromend water meer. Kidnappings door verschillende strijdende partijen waren aan de orde van de dag. Zowel jonge kinderen als oude mensen waren het slachtoffer. Bombardementen en beschietingen namen toe in intensiteit en steeds vaker werden dode lichamen op straat aangetroffen. Niemand durfde mensen die neergeschoten waren te helpen of doden te begraven, omdat iedereen die met hen geassocieerd werd mogelijk het volgende doelwit zou zijn. Abed vertelt ons over enkele slachtoffers die hij met eigen ogen heeft gezien en soms persoonlijk kende.

Op het moment dat zijn jongste zoon, toen 4 jaar oud, nachtmerries begon te krijgen, besloot Abed dat het tijd was om het land te verlaten. Hij maakte zich ernstig zorgen dat zijn zoon getraumatiseerd zou worden. Vluchten kost echter veel geld, waardoor het niet mogelijk was om met het hele gezin te gaan. Dus moest Abed keuzes maken. Zijn oudste thuiswonende zoon had de leeftijd om opgeroepen te worden voor het leger, iets wat Abed ook zorgen baarde. Het had voor hem de hoogste prioriteit om deze twee zoons als eerste te laten vluchten. Hoewel hij wist dat hen wegsturen noodzakelijk was om hen in veiligheid te brengen, was dit een van de moeilijkste dingen om te doen. Als ouder wil je normaal gesproken je kinderen zo dichtbij mogelijk houden, zodat je voor ze kan zorgen en ze kan beschermen. Je kinderen alleen naar een ver land laten gaan, is iets tegennatuurlijks om te doen. Veel familieleden hielpen mee om voldoende geld bij elkaar te rapten zodat zijn twee zoons konden vluchten. Met tussenpozen en steun van andere betrokken mensen konden één voor één uiteindelijk al zijn gezinsleden vluchten. Abed bleef als laatste achter en wist te ontkomen op het moment dat het erg gevaarlijk was geworden in zijn stad. Wegvluchten uit de oorlog in Syrië was niet alleen ontzettend duur, het was ook levensgevaarlijk en psychisch zwaar. Zo vertelt hij dat de bus waarin hij met een groep mensen van het zuiden naar het noorden van Syrië reisde, regelmatig in de vuurlinie terechtkwam en de kogels door de ramen vlogen. De chauffeur van de bus die voor hen reed, werd geraakt en de bus ging over de kop. Ook was er druk vanuit medereizigers. De verkeerde broek, het hebben van een baard of juist niet, waren zaken die je in ernstige problemen konden brengen. Eén dag werden twee jongens met een (te) modern kapsel uit de bus gehaald, om nooit meer terug te komen.

Abed spreekt heel rustig over alle narigheid die hij heeft gezien en meegemaakt. Toch zal het hem niet in de koude kleren zijn gaan zitten. Hij wijst naar de tekeningen die aan de muur hangen en vertelt ons dat hij ze heeft gemaakt. Het is een van de manieren die hij gebruikt om zijn geest af te leiden van deprimerende gedachten. Zijn kinderen vormen zijn belangrijkste drijfveer. Hun veiligheid is het allerbelangrijkste en hen een normale, stabiele en veilige toekomst geven, houdt hem op de been. Als we hem vragen of hij iets wil vertellen over wat ADRA in Griekenland voor hem gedaan heeft, geeft hij een antwoord dat ik niet direct verwacht had. Hij vertelt dat ADRA hem weer mens heeft laten voelen. Tijdens de oorlog keek niemand naar hen om. De medewerkers van ADRA waren de eerste personen die aandacht voor hen hadden als mens. Zij voorzagen niet alleen in de hoogst noodzakelijke materiele zorg, maar hadden ook interesse in de persoon zelf, met een moederlijke tederheid. Door de steun die hij van hen ontving, begon er weer hoop in hem te leven.

Wanneer we het gesprek afronden, laat Abed ons een briefje zien dat hij aan de muur heeft hangen. Het is een handgeschreven Arabische tekst. Grof vertaald staat er: “Sommige gebeurtenissen zijn moeilijk, maar nodig om de weg voort te zetten.” Deze uitspraak herinnert hem eraan om steeds weer met een positieve blik vooruit te kijken. Het is indrukwekkend om te zien hoe veerkrachtig mensen kunnen zijn.

Voordat we de deur uitstappen schud ik de hand van Abed om hem te bedanken voor zijn openheid. Zonder woorden vertelt mijn blik dat ik oprecht met hem en zijn familie meevoel en ik zie dankbaarheid daarvoor in zijn ogen. Hij slaat zijn andere hand over mijn hand heen en een moment lang zijn we met elkaar verbonden in menselijkheid.