Verbazingwekkende liefde

image
Esther Brinckman
zondag 9 april 2023

Lieve God

Ik heb besloten om U een brief te schrijven. Een deel van mij vindt dit nogal gek om te doen. U kent mijn gedachten en gevoelens immers, en dagelijks deel ik alles in mijn gebeden. Toch voel ik me gedreven om dit te doen.

Ik wil U zeggen dat ik U écht waardeer. Dat blijkt lang niet altijd uit mijn leven en mijn omgang met U. Ik neem U vaak voor lief. Onze relatie geef ik veelal niet de aandacht die het verdient. Dat spijt me. Ik ben zo blij dat U geduldig bent. En dat Uw liefde voor mij zich ver uitstrekt boven mijn liefde voor U. De liefde die U bezit, of moet ik zeggen de liefde die U bent, is ruimschoots genoeg voor onze relatie.

Wanneer ik aan Uw liefde denk, denk ik eraan hoe U in de hof van Eden liep nadat onze eerste ouders gezondigd hadden. Zoals de Bijbel het beschrijft, schijnt het me toe dat U regelmatig in de tuin was om Adam en Eva te bezoeken. Om met ze wandelen, met ze te praten. Realiseerden zij zich hoe bijzonder dit was? Of namen zij dat voor lief? Die keer toen zij gezondigd hadden, verborgen ze zich voor U. In de hoop wellicht dat U niet te weten zou komen wat zij hadden gedaan? Maar U wist het. Toch zocht U hen op in de tuin. U negeerde hen niet, ook al hadden zij U genegeerd. Met een tedere stem riep U hen: “Waar bent u?”. U kwam niet met beschuldigingen naar hen toe, maar met een vraag. U gaf hen de gelegenheid schoon schip te maken. Oh wat een liefde, wat een geduld!

Ook moet ik denken aan hoe U met Uw uitverkoren volk omging. Op wat voor bijzondere manier Uw liefde wordt beschreven in de boeken Ezechiël en Hosea. U had het volk van Israël apart gezet van alle andere volken om een heilige natie te zijn die Uw licht in de wereld zou laten schijnen. U vereerde hen met Uw aanwezigheid en stortte speciale zegen over hen uit. “Van u ging een naam uit onder de heidenvolken vanwege uw schoonheid, want die was volmaakt door Mijn glorie, die Ik op u gelegd had, spreekt de Heere Heere” (Ezechiël 16:14). Maar, zoals mensen geneigd zijn om te doen, verbraken zij hun verbond met U, denkende het zelf wel beter te weten: “Maar u vertrouwde op uw schoonheid en bedreef hoererij, trots op uw naam” (Ezechiël 16:15). Zij pleegden steeds weer overspel door achter andere goden aan te gaan en U te vergeten: “een vrouw die bemind wordt door haar levensgezel, maar overspel pleegt, zoals de Heere de Israëlieten bemint, hoewel zij zich wenden tot andere goden” (Hosea 3:1). En keer op keer vergaf U hen: “Dan zult u weten dat ik de Heere ben … wanneer Ik voor u verzoening doe over alles wat u gedaan hebt, spreekt de Heere Heere” (Ezechiël 16:62,63).

Uw verbazingwekkende liefde is echter nooit duidelijker getoond dan aan het kruis op Golgotha. Toen U, Schepper van het heelal, nadat U Uw koninklijke gewaad had afgelegd en de vorm van een nederig mens had aangenomen, nadat U ons had voorgeleefd hoe wij zouden moeten leven in liefde zonder enige zonde, onze zonden op U nam en de ultieme prijs voor ons leven betaalde: de hoogst vernederende en uiterst pijnlijke dood door kruisiging. En op geen enkele manier verminderde dit Uw liefde voor ons. Hoe is dit mogelijk?!

Deze liefde, deze genade gaan mijn verstand te boven. Maar ik geloof erin met heel mijn hart en ben U er eeuwig dankbaar voor.

Wat ik eigenlijk wil zeggen: dank U God, ik houd van U.