Veerkracht

Fayiz, Miri* en ik zitten naast elkaar aan de lunchtafel en maken een praatje. We werken die dag alle drie mee aan een project van ENAD voor vluchtelingen in Darmstadt, Duitsland. Ons team van ongeveer 25 vrijwilligers uit heel Europa en zelfs verder, biedt een week lang controle, consultatie en voorlichting op het gebied van gezondheid aan. In ons team zitten diverse artsen en tandartsen. Naast medische en tandheelkundige bijstand, hebben we een speciaal programma voor de kinderen. Het project bestaat uit twee dagen Health Expo in samenwerking met de plaatselijke Adventkerk voor alle inwoners van Darmstadt en drie dagen hulp specifiek gericht op de vluchtelingen die wonen in een opvanglocatie vlakbij de kerk.
Fayiz is zelf één van de vluchtelingen en helpt ons met vertalen van en naar het Arabisch. Hij is student, pas een paar maanden in Duitsland en beheerst de Duitse taal al goed. Mijn tafelgenoot vraagt hem of hij hier met familie naar toe is gekomen of alleen. Zonder een spier in zijn gezicht te vertrekken, vertelt hij dat zijn ouders, broers en zussen allemaal zijn omgekomen toen een bom hun huis in Aleppo, Syrië, verwoestte. Zijn antwoord overvalt ons. We weten niet zo goed wat we moeten zeggen, anders dan ons medeleven uiten. Natuurlijk weten we dat mensen niet voor niets uit hun land vluchten. We zijn ons er van bewust dat in oorlogen mensen sterven en het ligt voor de hand dat vluchtelingen nare dingen hebben meegemaakt, dierbaren hebben verloren. Toch ben je hier al samenwerkend door de dag heen niet steeds mee bezig. Net als met ieder ander mens maken we tussen de bedrijven door een praatje over triviale zaken en lachen we samen om grapjes die worden gemaakt. En je vergeet voor dat moment de heftige gebeurtenissen uit hun leven.
De geschiedenis van Fayiz is niet het enige droevige verhaal dat we deze week gehoord hebben. Hoewel de mensen die we ontmoetten niet te koop liepen met hun pijnlijke verledens, kwamen we bij nadere kennismaking hier onvermijdelijk mee in aanraking. Wat ik zo bijzonder vind aan de vluchtelingen met wie we hebben samengewerkt, is hun enorme veerkracht. De vastberadenheid om weer een toekomst op te bouwen. Om het heft opnieuw in eigen handen te nemen en niet bij de pakken neer te gaan zitten. Ik bewonder hun positieve benadering naar ons en ook naar de andere vluchtelingen toe. Hun openheid, vriendelijkheid en bereidheid anderen te helpen. Het is mooi om tussen nare herinneringen en misère ook positiviteit aan te treffen.
Als wij niet met hen nauw hadden samengewerkt gedurende deze week, was ik mij daarvan niet bewust geworden. Het was in eerste instantie helemaal niet onze planning geweest om onder de vluchtelingen zelf naar vertalers te zoeken. De organisatie had contact gelegd met de sociale dienst van de gemeente Darmstadt met de vraag of zij vertaling konden verzorgen. Dat konden ze. Voor €30 per uur per vertaler... Vier dagen lang de hele dag komt dan neer op bijna €1000 voor één vertaler. En we hadden zeker drie tot vier vertalers nodig. Dat zou dus flink oplopen en daar was gewoonweg geen geld voor. De avond voor aanvang van onze missieweek hebben we hierover met elkaar gesproken en zijn we in gebed gegaan. We wisten niet hoe we het moesten oplossen, maar wisten wel dat zonder vertalers het erg moeilijk zou worden om ons project voor de vluchtelingen te kunnen draaien. We legden het in vertrouwen in Gods handen.
God heeft niet alleen ons gebed verhoord, Hij heeft voor een veel betere oplossing gezorgd dan wij zelf hadden bedacht. In plaats van te werken met professionele vertalers, hebben we mensen uit de vluchtelingenopvang bereid gevonden te vertalen. Dit had aan het begin van de week nog wel wat voeten in de aarde; mensen vinden die én de juiste talen spraken én de tijd hadden om ons te helpen. Maar het bleek uiteindelijk een grote zegen te zijn voor iedereen. Tussen de vertalers en ons team ontstonden al snel warme contacten die tot nieuwe vriendschappen leidden en het was voor beide partijen erg leerzaam om samen te werken. Bovendien won ons team gemakkelijk het vertrouwen van de bewoners van de vluchtelingenopvang doordat hun ‘eigen’ mensen met ons meewerkten.
Terugkijkend op deze week vraag ik mij af wie nu precies wie hielp. Wie is er nu eigenlijk beter geworden van deze week? Wij gingen daar vrijwillig heen om iets voor een ander te kunnen betekenen. Ik heb de indruk dat we dit ook echt hebben kunnen doen. Tegelijkertijd heeft deze week ons ook veel gebracht. Als een hecht team aan het werk voor andere mensen heeft veel voldoening gegeven. We hebben er van geleerd, zowel op organisatorisch als op persoonlijk vlak. En we hebben vooral heel veel plezier gehad met z’n allen. Niemand wilde aan het einde van de week afscheid nemen van elkaar en van het mooie werk dat we hebben mogen doen.
Onze Liefdevolle Maker heeft het zo fantastisch bedacht: van een ander helpen, word je zelf gelukkig!
“Nothing tends more to promote health of body and of soul than a spirit of gratitude and praise. If you are sick or sorrowful, impart sympathy rather than constantly requiring it. The consciousness of right doing is one of the best medicines for diseased bodies and minds. When the mind is free and happy from a sense of duty well done and the satisfaction of giving happiness to others, the cheering, uplifting influence brings new life to the whole being."
- 'Pathways to Health and Happiness', Ellen G. White
(* namen zijn uit privacy overwegingen aangepast)