(On)Wezenlijk

image
Esther Brinckman
zondag 23 augustus 2015

Wat hebben levensgrote dinosauriërs en wilde bramen met elkaar gemeen?
Het zijn twee dingen waar ik de afgelopen week tegenaan liep. Bijna letterlijk.

In het winkelcentrum bij mij in de wijk staan gedurende de zomermaanden dwars door het winkelcentrum heen verschillende soorten dinosauriërs tentoongesteld. Alle winkels spelen op hun manier in op het thema, zoals de kaas- en notenboer met zijn diNOOTjes. Als ik die ‘levensgrote’ dino's zie en de beschrijvingen er naast over deze dieren en hun leefgewoontes, vraag ik me af hoe ze dat toch allemaal weten. Dat dinosauriërs echt hebben bestaan, wil ik best aannemen. En dat een inschatting van de afmetingen van zo’n beest gemaakt kan worden, daar kan ik me ook nog wel iets bij voorstellen. Gevonden botten en skeletten geven hier immers een richting voor. Maar de rest van de informatie lijkt me toch vooral gebaseerd op het doen van aardig wat aannames. Net als veel andere christenen geloof ik bijvoorbeeld dat ze helemaal niet zo lang geleden leefden en dat ze zijn uitgestorven bij de zondvloed, zo'n 4500 jaar geleden.

Hoe dan ook spreken dinosauriërs tot de verbeelding. Of ze nou vijf duizend of vijftig miljoen jaar geleden leefden, het is voor ons mensen in beide gevallen in een ver verleden. Als je dan tussen die enorme kunststoffen wezens door loopt, waan je je even in een andere tijd en een andere omgeving. Het is moeilijk voor te stellen dat er ooit een tijd en plaats was waar je vrijelijk tussen dergelijke wilde dieren leefde.

Bijna net zo onwezenlijk als het idee van voedsel dat voor iedereen gratis en voor niets beschikbaar is. Zoals wilde bramen. Nou ja, bijna voor niets. Het kost je nog wel wat moeite om ze te plukken. Tegenwoordig zijn we zo gewend om ons eten in de winkel te kopen, dat we bijna vergeten zijn hoe groente en fruit in de natuur groeien.  Met hernieuwde interesses voor moestuinieren, wat je steeds meer ziet, worden verwoede pogingen gedaan hier verandering in te brengen. Fruit dat in de natuur 'voor het oprapen is', is hier in Nederland iets heel bijzonders geworden, maar het is nog steeds werkelijkheid. Op dit moment staan de bramenstruiken volop in bloei. Je ziet ze echt overal, als je er op let. De bramen zijn vrij te plukken, voor wie wil.

In een ver verleden, toen de dinosauriërs nog levend en wel over de aarde struinden, waren alle vruchten onbeperkt en kosteloos te oogsten. Ik denk dan aan het hof van Eden. Daar was leven in overvloed. Wat prachtig mooi moet dat zijn geweest! En voor hen die dat willen, kan dit verloren verleden een wezenlijke toekomst zijn. Christus heeft een nieuwe hemel en een nieuwe aarde beloofd en zegt ons in Johannes 10:10: "Ik ben gekomen opdat zij het leven hebben en overvloed hebben."