Liefde voor de bruid

Morgen gaat mijn broer trouwen. Het belooft een groot feest te worden. We hebben hier met z'n allen al ruim een jaar naar uitgekeken. Terwijl er hard wordt gewerkt aan de laatste voorbereidingen, overpeins ik de bruid waarover in de Bijbel wordt gesproken. In verschillende Bijbelboeken wordt de bruid gebruikt als symbool voor Gods volk, Zijn gemeente of kerk.
Een lange periode in mijn leven heb ik een moeizame relatie gehad met deze bruid. Ik zag vooral haar fouten, haar imperfecties en kon maar moeilijk haar mooie kanten zien. Door de jaren heen is dit langzaam veranderd. Steeds meer ontdekte ik de aantrekkelijke kanten van het vormen van een gemeenschap van christenen: samen over Gods woord praten en dat bestuderen, samen zingen en aanbidden, elkaar bemoedigen en steunen in het leven, vreugde met elkaar delen. Sinds een jaar of twee is daar een belangrijk aspect bij gekomen: de noodzaak tot samenwerking voor de verkondiging van het evangelie. Er is veel werk te doen, met slechts een kleine groep mensen. Christus zelf zei hierover: “De oogst is wel groot, maar de arbeiders zijn weinige.” - Luk. 10:2 Wanneer we onze krachten bundelen, kunnen we meer bereiken.
Toch bleef ik worstelen met het begrip 'kerk'. Waar hebben we het over als we van de kerk spreken? Duidelijk mag zijn dat het niet slechts om een gebouw gaat, hoewel dat soms is wat we ermee bedoelen. Gaat het dan om de (vaak bureaucratische) organisatie? Is het een bepaalde dogmatiek? Zit het em in de naam? Zijn het de mensen? En, is het één specifieke kerk of alle christenen tezamen? Als we naar de Bijbel kijken, duidt de kerk op de eerste christenen en de eerste christengemeenten die bijeenkwamen. Hoe moeten we dat vandaag de dag zien? De verscheidenheid aan kerken maakt het moeilijk om een goed beeld te krijgen van ‘de kerk’. Vele staan naar mijn mening ver af van hoe de eerste christengemeenten waren.
Terwijl ik mij het afgelopen jaar heb verdiept in het ontstaan van de kerk der zevendedags adventisten en de vijf pijlers waarop zij is gebaseerd, ontstond het besef dat ik altijd verkeerd heb gekeken naar de kerk. Mijn overtuiging was dat Dé kerk niet kon bestaan, aangezien een kerk uit imperfecte mensen bestaat, daardoor niet perfect kan zijn en niet de gehele waarheid kan bezitten. Het maakte in mijn ogen dus niet heel veel uit of je voor de ene kerk of de andere koos, en ik koos liever niet. Door het lezen van de biografie van E.G. White ben ik hier genuanceerder naar gaan kijken. Het leven en werk van de eerste pioniers, de manier waarop zij met elkaar omgingen, de fouten die ze maakten en hoe ze tot nieuwe inzichten kwamen door veelvuldige Bijbelstudie en gebed, maken een onuitwisbare indruk op mij. In hun streven naar een waarachtig leven geleid door de Heilige Geest, hun getrouwheid aan God en Zijn geboden en de manier waarop Christus het middelpunt van hun leven was, schenen de aspecten door die horen bij het heilige volk van God, de bruid van Christus. En op deze bruid werd ik langzaam maar zeker verliefd.
Hoewel de (advent)kerk haar fundament heeft in het geschreven en levende Woord, is zij nog steeds opgebouwd uit mensen. Mensen die niet perfect of zonder fouten zijn. Wat betekent dat de kerk – hoe goed het fundament ook is – in haar aardse bestaan niet perfect zal zijn. Net als het volk van Israël in het Oude Testament; Gods heilige volk, dat zich lang niet altijd heilig gedroeg en vaak ongehoorzaam was aan God. Niet het bezitten van de volledige waarheid of die foutloos kunnen uitleven is wat telt, maar het oprecht en constant zoeken naar de waarheid in Christus.