Laat jij Jezus jouw voeten wassen?

Ik luisterde naar het prachtige lied ‘I wanna go to heaven’ van Fountainview Academy. De ik- persoon in het lied vertelt dat hij ervan droomt om naar de hemel te gaan en hoe hij dat voor zich ziet. Het zoomt in op de interactie met Jezus in de hemel. Omdat ik niet alle woorden helemaal goed kon verstaan, zocht ik de songtekst op internet op. Daar las ik: “I will gird myself and serve you, for you suffered much for me.” Het stond er alsof Jezus dit tegen de ik-persoon zei. Dat vond ik vreemd. Wanneer we aankomen in de hemel, is dat hét moment om persoonlijk Jezus onze eer te betuigen. Zou Jezus dan tegen één van Zijn verlosten zeggen ‘Ik zal jou dienen’? Dat was de omgedraaide wereld en klonk als godslastering in mijn oren. De Schepper van hemel en aarde, Koning der koningen, de Almachtige zou zeggen tegen een nietig schepsel dat Hij zelf gemaakt heeft ‘Ik zal jou dienen’? Ik zocht de songtekst op een andere website op en daar stond het anders. Toen ik het lied nogmaals beluisterde kwam ik tot de conclusie dat die tweede geraadpleegde site het bij het juiste eind had. Het was toch de ik-persoon die het tegen Jezus zei.
De gedachte dat Jezus tegen ons zou zeggen ‘Ik zal mijzelf omgorden en u dienen’ liet ik desondanks nog even door mijn hoofd gaan. Ik stelde mij voor dat ik net in de hemel zou zijn aangekomen en voor Jezus zou staan en dat Hij tegen mij zegt: “Ik zal jou je voeten wassen en je op die manier dienstbaar zijn.” Dat Hij een doek ombindt en voor mij neerknielt met een kom water. Bij deze gedachte riep ik automatisch in mijn binnenste uit: “Nee Heere Jezus! Dit is verkeerd. U hoort niet voor mij neer te knielen, maar ik voor U!” Plots realiseerde ik me dat mijn reactie van binnen bij deze denkbeeldig scene hetzelfde was als die van Petrus destijds bij het laatste avondmaal: “U zult mijn voeten in der eeuwigheid niet wassen!” (Johannes 13:8). Wat ik aanvankelijk als godslastering had opgevat en wat in mijn gedachten als verkeerd voelde, was precies wat Jezus voor Zijn discipelen had gedaan.
Ik heb geen aanwijzingen in de Bijbel gevonden dat Jezus in de hemel onze voeten zal wassen. Ik denk dat het dan niet meer nodig is. Maar als het wél nodig zou zijn, zou Hij het net zo goed doen. Want Hij is dezelfde, nu en straks, als Die Hij altijd geweest is. De Bijbel zegt immers dat God niet verandert: “Maar U blijft Dezelfde” (Psalm 102:28), “Want Ik, de Heere, ben niet veranderd”(Maleachi 3:6), “bij Wie er geen verandering is of schaduw van ommekeer”(Jakobus 1:17). De zachtmoedigheid en nederigheid die Jezus hier op aarde liet zien, zijn een deel van Zijn karakter. Zijn dienend leiderschap zal ook in de hemel en op de nieuwe aarde voortbestaan.
In gedachten waste Jezus mijn voeten en vertelde mij dat het geen godslastering was voor Hem om mij in liefde te dienen. Tranen rolden over mijn wangen toen dit besef diep tot mij doordrong. Dat niets voor Hem te min was om Zijn geliefde kinderen te redden. Dit is waarom Hij de minderwaardige vorm van een mens aannam, een nederig bestaan leidde op aarde en de vernederende dood aan het kruis stierf. Om ons te dienen met Zijn liefde, om ons te verlossen van een bestaan in zonde.
Ellen White schreef hierover in De wens der eeuwen (p.567-571): “Het is niet vernederend voor de Meester, wanneer wij Hem toestaan het werk van onze reiniging te doen. […] Christus wilde Zijn discipelen te verstaan geven dat, hoewel Hij hun de voeten had gewassen, dit niet in het minst afdeed aan Zijn waardigheid. […] In Zijn leven en lessen heeft Christus een volmaakt voorbeeld gegeven van het onzelfzuchtig dienen, dat zijn oorsprong vindt in God. God leeft niet voor Zichzelf. […] Door het wassen van de voeten van Zijn discipelen gaf Jezus het bewijs, dat Hij iedere dienst, hoe nederig ook, zou verrichten, indien dit hen tezamen met Hem tot erfgenaam zou maken van de eeuwige rijkdom van de schatten des hemels.”
Wat een geweldige God dienen we! Wat een voorbeeld heeft Christus ons gegeven! En Hij roept ons op om hetzelfde te doen. Jezus aanbod om mijn voeten te wassen sla ik niet af. Nee, in ontzag antwoord ik Hem: “graag Heere!”. Door Zijn dienstbetoon aan ons met dankbaarheid en nederigheid te ontvangen, krijgen wij deel aan Hem. “En zij die willen deelhebben aan Zijn goddelijke eigenschappen en met Hem willen delen in de vreugde bij het zien van verloste zielen, moeten Zijn voorbeeld van onzelfzuchtig dienen volgen.” (Ellen White , De wens der eeuwen, p.571) Als nederig dienstbetoon niets afdeed aan de waardigheid van Christus, zal het ook niets afdoen van onze waardigheid die wij in Christus Jezus hebben. Sterker nog, Hij verzekert ons:
“Als u deze dingen weet, zalig bent u als u ze doet.” (Johannes 13:17)